Begrip

Zoogdieren

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

van Ginkel

Lat.: Mammalia - Benaming voor de eerste klasse van gewervelde dieren die hun jongen zogen.

Van de meeste soorten zoogdieren in Drenthe zijn geen exacte aantallen en verspreiding bekend. Opvallende en kwetsbare soorten als de das en zeer zeldzame boommarter worden echter nauwlettend gevolgd. Ook over de »vleermuizen zijn door intensief onderzoek door amateurs veel gegevens verzameld. Uit het Pleistoceen zijn fossiele overblijfselen bekend van Wolharige mammoet en Wolharige neushoorn (beide o.a. te Orvelte, 1991), Bizon en mogelijk Paard. Uit het Holoceen dateren vondsten van Eland, Edelhert, Wild zwijn, Oerrund en Bever.Van de grote zoogdieren zijn de meeste al in of kort na de Middeleeuwen uit Drenthe verdwenen door de jacht en vernietiging van hun leefgebied. Van de wolf is bekend dat het laatste Drentse exemplaar werd gedood in 1780.

De laatste Visotters Lutra lutra werden eind jaren 1980 waargenomen bij het Zuidlaardermeer en Leekstermeer. De Drentse beekdalen waren voor de visotter belangrijk als woongebied en trekroute van en naar meren en moerassen. De soort is in Nederland uitgestorven maar in 2002 zijn de eerste exemplaren uitgezet in Noordwest-Overijssel.

Egel, spitsmuis (vijf soorten), Mol, Haas, Konijn, Eekhoorn, rat (twee soorten, waarvan de zwarte rat in Drenthe zeldzaam is), muis (drie soorten), woelmuizen en woelratten (vier soorten) en Ree komen algemeen voor en het beeld in Drenthe lijkt niet af te wijken van de rest van Nederland. Dat houdt in dat hun dichtheid over het algemeen hoog is in het kleinschalige agrarische cultuurlandschap met veel afwisseling in leefgebieden. De dichtheden zijn laag in grote eentonige gebieden als de intensief bewerkte en verkavelde veldontginningen en veenkoloniën en in de monotone delen van de boswachterijen.

De Drentse populatie van de Waterspitsmuis Neomys fodiens is van nationaal belang. Hij is in Drenthe toch vrij zeldzaam door zijn gebondenheid aan diepe sloten, wijken en beken met schoon water en een rijke oeverbegroeiing. Belangrijke gebieden zijn de beekdalen van de Drentsche Aa, het Peizerdiep en de Reest.

De eerste Bisam- of Muskusrat Ondatra zibethicus van Drenthe werd gevangen in 1971 bij Westerbork. De muskusrat maakte een explosieve groei door die lijkt te stabiliseren. Jaarlijks worden ongeveer vierduizend exemplaren gevangen. De hoogste dichtheid, zo blijkt uit de vangsten, komt voor in de wijken van Oost-Drenthe.

Van de roofdieren weet de Steenmarter Martes foina sinds de jaren '80 zijn gebied uit te breiden. Hij maakt in toenemende mate gebruik van boerderijen en gebouwtjes aan de rand van de bebouwde kom en leeft o.a. van muizen, ratten, vogels en eieren. De Steenmarter bezorgt veel stankoverlast door zijn leefwijze in gebouwen. Jaarlijks worden in Drenthe nestplaatsen om die reden geruimd. De eerste vermelding van de Steenmarter in Drenthe wordt gedaan door de Drie Podagristen. Zij schrijven in Drenthe in vlugtige en losse omtrekken geschetst (1842): 'Deze toren (de kerktoren van Sleen, red.) diende voor ettelijke jaren, verhaalde men ons, aan een steen- of boomotter, een in Drenthe zeldzaam dier, tot bergplaats van hoendereijeren, zeker niet op de strikst-eerlijke wijs uit de kippenhokken der boeren gegoocheld'. Hermelijn, Wezel en Bunzing nemen licht in aantal af, met name door schaalvergroting en toegenomen intensivering van het gebruik van het agrarisch landschap.

De vossenpopulatie daarentegen is stabiel met vermoedelijk een lichte stijging. De vos is onderwerp van discussie over zijn vermeende rol in de achteruitgang van het weidevogelbestand. Een van de nieuwkomers is de Wasbeer Procyon lotor die sinds de jaren 1970 regelmatig in Drenthe wordt waargenomen. Het betreft dieren die zich wellicht permanent hebben gevestigd, na in Duitsland uit dierenparken te zijn ontsnapt. De Wasbeer verblijft bij voorkeur in bossen aan de randen van de beekdalen. Een nieuwkomer is de Wasbeerhond Nyctereutes procyonoides die in 2001 twee maal werd waargenomen. Deze moerasbewoner is vanuit Azië in Rusland ingevoerd en heeft zich verspreid via Polen en Duitsland, waar hij het inmiddels goed doet. 

Literatuur

  • Lit.: Provincie Drenthe, Natuur in Drenthe (Assen 1992)
  • V. Dijkstra, Belangrijke zoogdiergebieden in Nederland (Utrecht 1998)
  • W.A.B. van der Sanden e.a. (red.), Mens en mammoet (Assen 1993)
  • Drenthe in cijfers 2001.