Begrip

Toggenburger geit

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

Zwitsers geitenras afkomstig uit het Toggenburger dal in Sankt Gallen.

Onder auspiciën van het Drents Landbouwgenootschap werd in 1910 door de Commissie ter Bevordering der Geitenfokkerij begonnen met het invoeren van Toggenburger geiten, met het doel de Drentse geitenstapel te verbeteren, ten gunste van de Drentse landarbeidersstand. De eerste pogingen waren echter weinig succesvol, mede als gevolg van de oorlogsomstandigheden in de jaren 1914-18. In 1922 werd opnieuw begonnen door een aantal bokken en geiten uit Zwitserland naar hier te halen. Het chocoladebruine dier werd aanvankelijk vrijwel alleen in Drenthe gefokt; met name in de buurt van Hoogeveen. Indertijd waardeerde men de Toggenburger zeer als 'werkmans-koe' vooral om het feit dat ze wat voeding en verpleging betreft minder eisen stelde dan de eveneens uit Zwitserland ingevoerde Saanengeit, terwijl de melkproductie daar niet onder leed. Men prefereerde het houden van geiten boven melkschapen omdat een of enkele geiten minder ruimte vergden dan een melkschaap. Kruising met Nederlandse landgeiten leidde in de loop van de tijd tot het ontstaan van de Nederlandse Toggenburger.

Hoewel de Nederlandse geitenstapel na WO II snel kleiner werd, is er sinds 1985 weer een opmerkelijk revival van de melkgeitenhouderij gaande. Tegenwoordig bestaat de melkgeitenstapel voor ongeveer een vijfde uit Nederlandse Toggenburgers.

Literatuur

  • Lit.: A. Fokkinga, Een land vol vee. Landbouwhuisdieren van Nederland (Doetinchem 1995).