Begrip

Toerisme

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

M.A.W. Gerding
Bron: Drents Archief

Drenthe heeft een reputatie opgebouwd als aantrekkelijk vakantiegebied. De toeristische sector is daarmee een economische factor van betekenis geworden. In 2000 is berekend dat het om ca. 14.500 arbeidsplaatsen gaat, waarvan bijna 10.000 in de sfeer van dagtoerisme, de rest in verband met verblijfsrecreatie. Daarmee is het toerisme ongeveer even belangrijk als de zakelijke dienstverlening of de sector bestuur en overheid, wat het aantal arbeidsplaatsen betreft.

Bij de dagtochten springen vijf attracties in Drenthe eruit qua bezoekersaantallen: het Noorder Dierenpark (1,6 miljoen); Speelstad Oranje (300.000); Verkeerspark Assen (130.000); Boomkroonpad (120.000); Bezoekerscentrum Dwingelerveld (100.000) (cijfers 2000).

Bij de Drentse musea doen het Herinneringscentrum Kamp Westerbork, het Veenpark in Barger-Compascuum, het Openluchtmuseum Ellert & Brammert te Schoonoord, het Drents Museum te Assen en het Nationaal Hunebedden Informatiecentrum te Borger het het beste, alle met minder dan 100.000 bezoekers. Voor het Drents Museum was de tentoonstelling over het terracotta leger van Xian uit China in 2009 een ongekend landelijk succes met circa 350.000 bezoekers. 

De verblijfsrecreatie is het belangrijkst in de gemeente Westerveld. Het gaat daarbij in hoofdzaak om kampeerterreinen en bungalowparken. Eén op de vier banen aldaar houdt verband met recreatie en toerisme. Borger-Odoorn komt hier op de tweede plaats met 23%; derde is Aa en Hunze met 20%. Drenthe telde in 2009 in totaal 8,33 miljoen toeristische overnachtingen

De oudste organisatie voor het toerisme in Drenthe was de in 1896 opgerichte VVV te Assen, in 1910 gevolgd door Hoogeveen. In datzelfde jaar kwam ook een Provinciale Bond voor Vreemdelingenverkeer tot stand, vier jaar voordat een landelijke vereniging van start ging. In eerste instantie ging het om het verbeteren van het hotel- en pensionwezen, door middel van cursussen in tafelbediening en het behandelen van het wasgoed. In WO I ging de vereniging ter ziele, om in 1929 weer te worden opgericht als Provinciale Vereniging voor Vreemdelingenverkeer (PVVV). Het eerste gidsje was het door H.J. Prakke vervaardigde boekwerkje Naar Drenthe- Neêrland's Pompeji, met daarin 67 hotels. Na de crisis van de jaren '30 nam de belangstelling sterk toe. In 1939 verscheen het toeristisch handboek Mooi Drenthe 1939. Onvermoeibaar pleitbezorger van het toerisme was Jan Poortman uit Meppel, die 30 jaar lang secretaris was van de PVVV. In 1942 werd een provinciaal bureau geopend.

Naast het Noorder Dierenpark in Emmen behoorden het Zuidlaarder- en het Paterswoldse Meer tot de populaire attracties, met pleisterplaatsen als de Twee Provinciën, het Familiehotel en De Braak met doolhof, kettingbrug en theekoepel.

Na WO II zette het toerisme een stormachtige groei in. In 1958 telde de provincie zo'n 600.000 overnachtingen en waren er 29 plaatselijke VVV's. Er verrezen tal van bungalowparken en kamperen werd steeds populairder. In 1953 kampeerden er twee keer zoveel mensen als het jaar daarvoor. Drenthe werd ook vooral bekend en gepromoot als fietsprovincie, daarin krachtig gesteund door het provinciaal bestuur, dat zorgde voor de aanleg van tal van verharde doorgaande fietspaden. De door Commissaris der Koningin J. Cramer zorgvuldig geënsceneerde foto van koningin Juliana op de fiets ging de hele wereld over als Queen beats commissioner. De in de 1966 gestarte Drentse Rijwielvierdaagse groeide uit tot het grootste fietsevenement ter wereld met meer dan 20.000 deelnemers. Zo groeide het toerisme uit tot een belangrijke pijler van de Drentse economie. [M.A.W. Gerding]

Literatuur

  • Lit.: E. Wever, We mogen niet klagen (Assen 2003).

Websites