Begrip

Ploegen

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

Bieleman
Bron: Noord-Sleen, hist. Ver.(Dorpsbelangen)

Grondbewerking waarbij het werktuig, de ploeg, de grond horizontaal en verticaal lossnijdt, door respectievelijk het kouter en de ploegschaar. Het los gesneden deel noemt men de ploegsnede. Door het rister wordt de grond daarna opgenomen, gekeerd en verkruimeld. Dit laatste is het hoofddoel van het ploegen en beoogt het bereiken van een optimale verhouding tussen lucht, water en minerale delen. Al naar gelang de bodemsoort gebruikt men verschillende typen risters.

Oudtijds waren bovengenoemde werkende delen van de ploeg zo goed als aparte onderdelen samengebracht aan de ploegboom. Bij moderne ploegen zijn ze doorgaans in één ploeglichaam opgenomen. De traditionele ploegtypen die in Drenthe voorkwamen waren de 'umsmieter' en de 'umdriver'. De 'umsmieter' kwam ruwweg alleen ten zuiden van de lijn Borger, Schoonlo, Grolloo, Amen, Witten voor. Ten noorden van deze lijn en in de gemeente Odoorn ploegde men met de stelploeg of 'umdriver'. Beide ploegtypen waren karploegen, dat wil zeggen ploegen met een voorkar van twee wielen; bij de 'umdriver' waren deze van ongelijke grootte. Bij het ploegen met het laatgenoemde type liep het grootste rad steeds in de voor; het kleinste op het nog ongeploegde land. Mogelijk hebben beide eerst sinds de 16e eeuw oudere, primitievere ploegtypen vervangen.

Naast beide genoemde karploegen kwamen in Drenthe aan het begin van de 19e eeuw nog twee typen lichtere veenploegen voor. In de loop van de 19e eeuw ontwikkelde men een lichtere versie van de 'umsmieter', de 'wupploeg': een radploeg, dat wil zeggen een ploeg waarbij de ploegboom ondersteund werd door slechts één klein wieltje. Nadien heeft men de 'wupploeg' ook direct als radploeg gebouwd en vond dit type algemeen ingang op de zandgronden. Door de lichtere gang was deze ploeg makkelijker door één paard te trekken. Een en ander moet dan vooral ook worden gezien tegen de achtergrond van de opkomst van het éénpaardsbedrijf, de éénpaardsboer, na 1850. [Bieleman]

Literatuur

  • Lit.: C.C.W.J. Hijszeler, Boerenvoortvaring in de oude landschap
  • termen en gebruiken van het boerenbedrijf in Drente. 2 Delen (Assen 1940)
  • idem, 'De oude ploegen in Drente', Bijdragen en Mededelingen van het Nederlandsch Openluchtmuseum te Arnhem, 2e serie (1941)
  • G. Rooijakkers (en P. Meurkens en H. Crompvoets), Bodemcultuur. De geschiedenis van het ploegen (Limbricht-Sittard 1987).