Begrip

Luidklokken

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

Sanders
Bron: Museum de 5000 morgen, Hoogeveen

Bekervormige voorwerpen, die mits goed gestemd, zoemende, gonzende, galmende, in ieder geval welluidende tonen voort kunnen brengen en die veelal zijn opgehangen in kerktoren, klokkenstoel of klokkenhuis. Tot een slingerende beweging aangezet, kunnen ze met behulp van een klepel tot luiden worden gebracht. De stilstaande klok biedt soms de mogelijkheid om met behulp van een door een uurwerk aangedreven hamer de uren te slaan.

Luidklokken werden aanvankelijk door monniken gegoten, later werd dit door veelal rondreizende klokkengieters overgenomen. De vermoedelijk oudste klok in Drenthe is die van de hervormde kerk van Westerbork, die uit de 13e eeuw stamt en daarmee tevens tot de oudste klokken in Nederland behoort.

Luidklokken zijn van cultuurhistorische betekenis, vanwege de klokopschriften, die gegevens leveren betreffende de gieters, het gietjaar, schenkers, opdrachtgevers, patroonheiligen (patrocinia) enz. Kerkklokken zijn vaak onderwerp van klokkenroof geweest. Van de in WO II weggevoerde klokken kwam slechts een deel terug.

In Drenthe waren o.a. de volgende klokkengieters werkzaam:

- Bergen, Van: Klokkengietersgeslacht afkomstig uit Oost-Friesland (Dld.). In 1789 vestigde Andries Heeres (I) zich in Midwolda, waar hij in 1795 begon met het gieten van klokken. Het bedrijf werd voortgezet door zoon Udo, daarna door diens zonen Andries Heero (II), Berend en Heero Andries, die gedrieën in 1862 naar Heiligerlee trokken om daar een grotere gieterij (St. Paulinus) op te zetten. In 1871 keerden Berend en Heero Andries na onenigheid terug naar Midwolda, waar ze de gieterij Concordia stichtten. Zoons van Berend hebben het bedrijf tot 1956 voortgezet. Daarna werd het overgedragen aan een werknemer, Wolter Jacob Koek. In 1970 werd de gieterij gesloten. Langer hield de gieterij in Heiligerlee het vol. Na Andries Heero II werd het bedrijf voortgezet door Andries Heero III, IV en V. Behalve klokken werden ook brandspuiten, torenuurwerken en carillons gemaakt. Voor het stadhuis van Hoogeveen en de hervormde kerk te Meppel werden klokkenspelen vervaardigd. Na WO II werden veel orders verworven om verdwenen klokken te vervangen. Daarna namen de activiteiten af, ook al doordat klokken en carillons nu eenmaal een lange levensduur hebben. In 1980 werd ook dit bedrijf gesloten. De laatste klok die de gieterij verliet, was bestemd voor de gereformeerde kerk van Sleen. In de oude bedrijfsgebouwen bevindt zich sinds 1987 het klokkengieterijmuseum.

- Bomen, Meerten Johannes de: Goot in 1444 een klok voor de kerk van Dwingeloo. Na de dorpsbrand van 1923, waarbij van de kerk alleen de muren bleven gespaard, werd de klok in 1924 door A.H. van Bergen hergoten.

- Borchhardt, Johannes: Klokkengieter uit Noord-Duitsland, die zich in Groningen vestigde. Later vertrok hij naar Enkhuizen. In die periode goot hij een klok voor de kerk van Roden (1746) en twee voor de kerk van Diever (1764). In 1768 goot hij een klok voor de hervormde kerk in Assen, die toen in de vroegere abdijkerk was gevestigd. - Butgen, Frerick van: Goot in 1603 een klok voor de kerk van Gasselte.

- Crans Jansz., Cyprianus: Klokkengieter, van 1728-1734 gevestigd te Enkhuizen en van 1734-1755 te Amsterdam. Zoon van de Enkhuizer gieter Jan Crans. Hij goot klokken voor de hervormde kerken van Gieterveen (1732), Ruinen (1737) en Vledder (1740).

- Eijsbouts, B.: Commissionair voor de klokkengieterij Petit en Edelbrock te Gescher in Westfalen (Dld.) omstreeks 1925. Voor een jubileum van de pastoor van Zandberg in 1926 schonken de parochianen een klokje met daarop de namen van Eijsbouts, Petit en Edelbrock. Eijsbouts legde de grondslag voor een moderne klokkengieterij te Asten. In 1973 en 1981 werden respectievelijk de beiaarden van de hervormde kerk in Meppel en het stadhuis van Hoogeveen (beide door Van Bergen, Heiligerlee geleverd) door Eijsbouts gerestaureerd en uitgebreid.

- Elzinga en Zn., L.J.: Klokkengieterij. Elzinga sr. was aanvankelijk een leerling van de klokkengieter Van Bergen te Midwolda, maar begon in 1848 zelfstandig te werken. Met zijn zoon goot hij in 1855 een klok voor de hervormde kerk in Beilen, en in 1858 voor de hervormde kerk van Gasselternijveen.

- Fremy: Klokkengietersgeslacht, afkomstig uit Duitsland, verwant aan de Hemony's. In 1770 verbleef Claudius Fremy enige weken in Vries om er een klok te gieten en in 1776 werd een klok voor de kerk van Wapserveen vervaardigd. Vanaf het begin van de 19e eeuw werkten de gieters Fremy en Van Bergen uit het Groningse Midwolda samen. M. Fremy en A.H. van Bergen goten in 1825 een klok voor de katholieke kerk te Coevorden.

- Goossens, Titie: Klokkengieter, werkte veel in de provincie Groningen. Voor de hervormde kerk in Schoonebeek maakte hij in 1707 een klok die in 1938 door Van Bergen hergoten werd. Ook de bij de brand in 1897 in Odoorn verloren gegane klok was in 1706 door Goossens vergoten. Rond 1713 woonde hij in Blijham. In 1697 keek hij als plaatselijk handlanger de kunst van het klokkengieten af van de gieters Johan en Mamees uit het geslacht Fremy, die in dat jaar klokken voor Bellingwolde goten.

- Grave, Jan Albert de: Leerling van de klokkengieters Hemony te Amsterdam. Vervaardigde samen met N. Muller klokken voor de kerk van Anloo (1732) en voor de Grote Kerk te Meppel (1731). Voor de laatste had hij in 1718 reeds een klok gegoten die alleen zijn naam droeg. In 1727 goot hij twee klokken voor de kerk van Westerbork, waarvan er één nog in de toren hangt. Eén van de twee klokken die in de vroegere klokkenstoel bij de kerk van Koekange hingen, werd in 1719 ook door hem gegoten.

- Hemony, François (Levécourt 1609 - Amsterdam 1667): Klokkengieter, werkte met zijn broer Pieter (Levécourt 1619 - Amsterdam 1680). Oorspronkelijk afkomstig uit Lotharingen vestigden zij zich na omzwervingen in Duitsland rond 1642 in Zutphen. In 1657 vertrok François naar Amsterdam waar hij stadsklokken- en geschutsgieter werd. Zijn broer Pieter, die een bestaan in België had opgebouwd, volgde hem in 1664. In 1680 kwam er een eind aan de gieterij van de Hemony's. Zowel François als Pieter werden in de Nieuwe kerk in Amsterdam begraven. Zij verwierven grote roem als gieters van beiaarden. In de dakruiter van de Grote Kerk van Hoogeveen hangt een door hen gegoten klok uit 1649. - Klinge, Ghert: Klokkengieter te Bremen. In 1456 goot hij een klok voor de kerk van Emmen. Deze werd in 1877 door Van Bergen hergoten, nadat bij het luiden bij het overlijden van koningin Sophia bleek dat hij gebarsten was. - Koster, Gerbrand: Klokkengieter uit Amsterdam die volgens Romein in 1675 een klok goot voor de kerk van Zuidlaren. Mogelijk identiek aan Gerard Koster, overleden in 1679 en telg uit een klokken- en geschutsgietersgeslacht, dat gedurende een aantal generaties in Amsterdam werkzaam was.

- Petit en Fritzen: Klokkengieterij in Aarle-Rixtel. Petit en Fritzen goten een klok voor de hervormde kerk te Frederiksoord in 1819 en voor de rooms-katholieke kerk te Meppel in 1869. In 1868 hergoten ze twee klokken voor de hervormde kerk van Sleen, die bij de brand een jaar tevoren verloren waren gegaan. De hervormde kerk te Coevorden en het gemeentehuis in Beilen verkregen resp. in 1976/77 en 1991 een automatisch carillon. Een vanaf 1958 in fasen vervaardigd klokkenspel prijkt op het stadhuis van Assen.

- Put, Arent Jansz. van der: Geschuts- en klokkengieter, waarschijnlijk afkomstig uit Utrecht. Rond 1600 trok hij naar Deventer, waar hij huwde met een dochter uit het klokkengietersgeslacht Wegewaert. Sinds ongeveer 1613 werkzaam te Rotterdam. In 1624 werd hij stadsgieter van Amsterdam, waar hij op 8 maart 1625 in de Oude Kerk werd begraven. In de Grote Kerk in Meppel hangt een door hem in 1611 gegoten klok. - Schonenborch, Wolter en Johannes: Klokkengieters, rond 1520 werkzaam in Drenthe. In 1517 en 1520 goot Wolter klokken voor resp. de kerken van Vries en van Gieten. Johannes goot samen met Gerard van Wou in 1516 een klok voor de kerk van Havelte.

- Seest, Christiaan en Jan: Klokkengieters te Amsterdam. Zij zetten na de dood van hun vader Pieter Seest diens bedrijf voort. In 1781 goten ze een klok voor de hervormde kerk van Kloosterveen/Hijkersmilde.

- Sickmans, Nicolaas: Klokkengieter. Kwam van Osnabrück naar Groningen. In de kerk van Oosterhesselen hangt een door hem in 1626 in opdracht van Johan van Welvelde van De Klencke gegoten klok. In 1634 goot hij een klok voor de kerk van Roderwolde en drie jaar later één voor de hervormde kerk van Zuidlaren.

- Simon, François: Klokkengieter afkomstig uit Lotharingen, die zich later waarschijnlijk in Emden vestigde. In 1639 goot hij een klok voor de kerk van Dalen. Simon was een neef van de vader van de Hemony's.

- Terstege, Jan: Klokkengieter uit Kampen. Goot samen met Geert van Wou de Jongere in 1532 een klok voor de kerk van Sleen. Door blikseminslag ging deze in 1867 verloren, evenals een kleinere uit 1426 stammende klok. Terstege overleed vóór of in 1553, mogelijk al rond 1545.

- Vermaten, Pieter : Klokkengieter te Amsterdam. In de toren van de hervormde kerk van Kolderveen hangt een in 1697 door hem gegoten klok, 'gemaakt voor kolder en dincxterveen'.

- Vrij,Wilhelmus Jacobus de: Goot in 1655 een klok voor de kerk van Norg. In figuurreliëf was het wapen van Groningen aangebracht met het opschrift: voor 't karspel norch. - Waghevens, Peter: Klokkengieter te Mechelen. Vermoed wordt dat hij in 1504 de gieter was van een klok voor de hervormde kerk van Schoonebeek, waarop het wapen van Mechelen was aangebracht.

- Wegewaert: Geslacht van klok- en geschutsgieters. Kylianus, gieter te Kampen, volgde daar waarschijnlijk zijn vader Henrick op, die in 1613 een klok voor de kerk van Nijeveen en in 1619 een klok voor de kerk van Rolde goot. In de toren van der kerk te Koekange hangt een door Kylianus in 1627 gegoten klok. Kylianus Wegewaert overleed in 1640 in Kampen. Wilhelmus Wegewaert, verwant aan de vorigen, goot in 1588 twee klokken voor de kerk in Coevorden, waarschijnlijk voor de voorganger van de huidige hervormde kerk.

- Wou, Van: Geslacht van klokken- en geschuts-gieters. Geert van Wou de Oudere, afkomstig uit 's-Hertogenbosch, vestigde zich rond 1480 in Kampen waar hij in 1527 overleed. Hij goot een groot aantal klokken voor Nederlandse kerken, waaronder die voor Dwingeloo in 1494 (verloren gegaan bij de brand van 1923), Ruinen in 1496 en Ruinerwold in 1506. In 1516 vervaardigde hij samen met de Kamper gieter Johannes Schonenborch een klok voor de kerk van Havelte. De door hem in 1501 voor de A-kerk in Groningen gegoten klok werd in 1937 voor de hervormde kerk van Borger hergoten. Geerts zoon Geert van Wou de Jongere zette het werk van zijn vader voort. Samen met Jan Terstege goot hij veel klokken, waaronder die voor de kerk van Sleen in 1532 (verloren gegaan bij de brand van 1867). Hij is vóór of in 1551, vermoedelijk te Emden, overleden. De klokkengieter Willem van Wou, die verwant was aan de gieters Geert van Wou, goot in 1502 twee klokken voor de kerk van Zuidwolde. Een jaar later vertrok hij vanuit Zwolle naar Utrecht. Hij overleed in 1510. [Sanders]