Locatie

Hunzedal

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

Stroomdalcomplex aan de voet van de Hondsrug, stroomgebied van de Hunze, inclusief het zuidelijke deel van het Achterste of Exloërdiep.

Aanvankelijk gedacht te zijn ontstaan door smeltwater. In de laatste fase van de landijsbedekking in het Saalien veranderde de bewegingsrichting van het landijs van noordoost-zuidwest naar noordwest- zuidzuidoost. De hiervoor verantwoordelijke ijsstroom concentreerde zich op het huidige Hondsrug- en Hunzedalgebied en verplaatste zich nog meer naar het oosten. Waarschijnlijk vond de vorming van het Hunzedal pas in deze laatste fase van vergletsjering plaats. Hiermee is de oorspronkelijk gangbare mening dat het Hunzedal als smeltwaterdal tijdens de terugtrekkingsfase van het landijs zou zijn ontstaan op losse schroeven komen te staan. Ook de veronderstelde uitspoeling door smeltwater is dubieus geworden door de aanwezigheid van een depressies in het dal en door de onverklaarbare rechte steile westelijke begrenzing. De vorming van het dal door een ijslob zou waarschijnlijker zijn. Wel heeft het Hunzedal, als 50 m diep erosiedal met een oorspronkelijke breedte van 15 km, dienst gedaan bij de afvoer van het smeltwater.

Reeds in het Saalien maar ook in het Eemien en Weichselien werd het dal gevuld met voornamelijk zand. Tijdens de Eemtijd heeft zich in dit dal een riviersysteem ontwikkeld met kleine zijdalen en een hoofdstroom evenwijdig aan de Hondsrug. De gegevens die deze opvatting steunen, zoals rivierafzettingen en meanderende stroompjes, ontbreken nog. Eveneens is mogelijk dat de Hunzevallei in de Eemtijd alleen een moerassige laagte was, met veel kwelwater uit de Hondsrug met veenvorming en kleine toestromende beekjes.

Het huidige stroomdal van de Hunze is een paar kilometer brede strook, beïnvloed door onregelmatige waterstanden en de voormalige meandering van de Hunze. Het verhang is van 7 m +NAP bij Buinen tot 0 m bij Onnen. In het noorden ontstond een laagveenpakket van meer dan 2 m dik. Dit is deels in »petgaten uitgebaggerd. Langs het Achterste Diep kwam in een voedselrijk milieu riet-, zegge- en moersbosveen voor. Vanaf halverwege de 18e eeuw zijn hier grootschalige verveningen uitgevoerd en is het gebied als landbouwgrond ingericht. Afwaterings- en ontginningspatroon hebben hier niet het geometrische karakter van de totaal afgegraven hoogvenen in de monden.

In de 20e eeuw is de regulering van het water volledig op de landbouwkundige functie afgestemd. Hierbij is een nieuwe waterafvoer aangelegd, waarbij vele oorspronkelijke meanders van de Hunze werden dichtgegooid of 'afgesneden' bleven liggen. Mede door economische ontwikkelingen in de landbouw en nieuwe inzichten ten aanzien van waterbeheer is in 1995 een natuurontwikkelingsvisie voor het Hunzedal ontwikkeld. Hierbij vormt de aanwezigheid van kwel vanuit de Hondsrug op vele plaatsen een leidraad voor regeneratie van natuurlijke potenties. Ook de nog resterende oude meanders bieden hiertoe mogelijkheden. Mede gesteund door overheden en de bewoners van het gebied worden sindsdien door Staatsbosbeheer en Het Drentse Landschap gronden verworven en ingericht om tot natuurgebieden te worden ontwikkeld. Deze activiteiten maken deel uit van een integrale toekomstvisie voor het Hunzedal, waarin ook bewoning, landbouw, waterwinning en recreatie een plaats hebben.

Literatuur

  • Lit.: Marco Glastra, 'Broekbos in de Branden', Het Drentse Landschap nr. 1 (1994)
  • Hunzevisie (1995).