Installatie om de waterstand in een polder, waterschap of (deel van) een kanaal te regelen, waarbij de aandrijving niet, zoals bij een molen, wordt verkregen door wind- of waterkracht, maar veelal door stoom of elektriciteit.
Rond 1900 waren bij verschillende kanalen in Drenthe gemalen nodig om de bevaarbaarheid te kunnen garanderen o.a. bij het Noord-Willemskanaal en het Oranjekanaal (Bladderswijk). In het kader van een bemalingsplan werden in de periode 1951-1953 nog diverse elektrische gemalen gebouwd voor de voeding van de Drentse kanalen in perioden van watergebrek. Hoewel primair bedoeld voor de scheepvaart, was dit ook voor de landbouw van belang.