Begrip

Erosie

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

Booij

Het uitslijpen van de aardkorst en het wegnemen van materiaal door de werking van rivieren, wind, gletsjers of de zee. Erosie is afhankelijk van de helling van het terrein en de mate van losheid van het aan de oppervlakte liggend materiaal.

Indirect is het afhankelijk van de hoeveelheid neerslag en de kracht die het zich verplaatsende neerslagoverschot kan uitoefenen op de grond. In vrij water ontwikkelen zich stromen, die de oevers en de bodem van de beken loswrikken en elders afzetten. Indirect is ook de erosie door de zee veroorzaakt. Bij een dalende zeespiegel wordt de erosiebasis van de rivieren en beken verlaagd. Ze gaan dan sneller stromen en kalven meer van de oevers af. In het extreme geval worden door meandering ook de stroombeddingen uitgeruimd. Bij sneeuw en gletsjers wordt de geul waardoor de massa zich baant door de druk van het ijs verdiept en verbreed en het losgewerkte materiaal in en onder het ijs verplaatst.

Bij winderosie ligt materiaal aan de oppervlakte, die schaars of niet begroeid is. De wind tilt eerst de fijne deeltjes op. Dat zijn humusdeeltjes en glimmerblaadjes. Zo wordt in de veenkoloniën in schrale voorjaren zeer veel materiaal uit de bouwvoor weggeblazen. In periglaciale omstandigheden (zie ijstijden) vriest de bovengrond los en blaast de wind de fijne kleiplaatjes en zeer fijn zand en leem in grote stofwolken voor zich uit. Het residu zijn de wat grovere zandkorrels. Deze worden bij windstoten opgetild en over korte afstanden verplaatst. Tijdens de ijstijden zijn tijdens de ijsbedekking grote oppervlakken van het Drentse plateau door het voortschuivende ijs van hun bedekking met smeltwaterzanden ontdaan. Hierdoor kwam na het afsmelten de keileem bloot te liggen en kon de geulerosie door beken en rivieren beginnen. Dat is het begin van het stroomdalenpatroon in Drenthe.

In een veel groter verband is de erosie beïnvloed door het geleidelijk wegzakken van Nederland naar het diepe Noordzeebekken. Hierdoor ontstond een hellingtoename naar het westen. Daardoor zijn sedert het Tertiair verschillende afzettingen weg-geërodeerd en oudere afzettingen opnieuw aan de oppervlakte gekomen (zie: Geologie).

Ten slotte is de meest ingrijpende erosie veroorzaakt door mensen. Deze is afhankelijk van de mate van intensiteit van het grondgebruik. In de loop van voorgaande eeuwen zijn bijna alle hoogveenmoerassen afgegraven en is een belangrijk deel van het laagveen weggebaggerd. Voorbereidende erosie werd ingezet met plaggen en overmatig begrazen van de heide. Hierdoor werd de samenhang in de bovengrond verbroken en kon de wind het lossere zand tot stuifduinen verblazen. [Booij]