Locatie

Peizer- en Eeldermaden

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

Polders in een laagveengebied dat ligt op de overgang van het Drents plateau naar het Groninger zeekleigebied. Het laagveengebied is ontstaan doordat het water van diverse Drentse beken hier stagneerde, voordat het ten noorden van de stad Groningen in het Reitdiep zijn weg naar het noorden vervolgde. Het zoute zeewater en de getijden hadden aanvankelijk invloed op de wording van dit gebied. Klei en potkleilagen maakten dat er kwelzones aan de zuidkant van dit gebied ontstonden. In de Middeleeuwen werden in het gebied veenterpen opgeworpen.

Eelder- en Peizermaden zijn onderdeel van een groter open weidelandschap in Noord-Drenthe. Dit gebied (ca. 3500 ha) wordt in het kader van het Rijksbeleid ontwikkeld als natuurgebied; onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De maden werden vanouds extensief gebruikt als landbouwgebied. In de jaren '60 is er een ruilverkaveling uitgevoerd, waarbij de kavelgrootte en de waterhuishouding ingrijpend zijn aangepast. Kleine natuurreservaten met zeldzame kwelafhankelijke vegetaties zijn toen uitgespaard. De waterhuishouding bleef voor de landbouw een beperkende factor. Het gebied bleef open omdat er geen nieuwe boerderijen werden gebouwd. Sinds 1988 verwerft de Vereniging Natuurmonumenten gronden in de Eelder- en Peizermaden; het natuurgebied kan uitgroeien tot ca. 1600 ha (in 2002 ca. 800 ha in beheer).

Het toekomstbeeld zal bepaald worden door het beheer. Natuurmonumenten streeft naar een driedeling: in de zuidelijke zone (nabij Peize en Eelde) zal het accent liggen op een natuurrijk cultuurlandschap met blijvende herkenning van de beekdalen met houtwallen en bloemrijke graslanden. Het middengebied zal vooral verschraald worden door hooilandbeheer en begrazing om de zeldzamere kwelvegetaties tot uiting te laten komen. Nieuwe petgaten worden gegraven. In het noordelijkere deel zal de natuur meer zijn gang kunnen gaan waardoor weer moerasvegetaties tot ontwikkeling komen. Het water krijgt daar vrij spel. Aan dit gebied wordt een belangrijke rol voor waterberging tijdens natte perioden gegeven. De polders zijn recreatief van groot belang voor de omliggende woonkernen.