(Peize 1906 - Utrecht 1989) Schrijver.

Bracht zijn jeugd door in Gasselte, waar zijn vader rijksveldwachter was. Hij werd onderwijzer en leraar bij het voortgezet onderwijs te Enschede en Utrecht. Onder het pseudoniem Harm Drent schreef hij vele verhalen en gedichten in de streektaal. Harm Drent was een historische figuur, een speelman-zanger die rond 1900 in Gieten of Gasselte woonde.

Tijdens de oorlog werd Doedens een van de belangrijkste literaire medewerkers van het maandblad Drente. In het advertentieblad voor het onderwijs De Vacature had hij de rubriek 'Schrijvers en hun werk'; ook verschenen hierin verhalen van zijn hand. Voorts publiceerde hij in periodieken, zoals De Vrije Pers, de Nieuwe Drentse Volksalmanak en Oeze Volk.

In 1971 verscheen een bewerking van het eerste deel van Cornelis van Schaicks Tafereelen uit het Drentsch Dorpsleven, getiteld De zoon van Lammert Kuiper. Een dorpsverhaal uit het oude Drenthe. In hetzelfde jaar kwam zijn studie Markies de Thouars. Twents dichter en pamflettist (1807-1850) op de markt. In 1974-1975 verscheen in de Meppeler Courant zijn feuilleton 'Rooie Henderk'. Uitgeverij Boom te Meppel gaf het in boekvorm uit als Rooie Henderk. Een onverwoestbare bewoner van het oude Drentse land. Dit verhaal speelt omstreeks 1900 in en om Oring (Odoorn).