Tijdelijke woning of keet die boven op het nog niet afgegraven veen werd gebouwd.
Om zo dicht mogelijk bij het werk te wonen, bouwden arbeiders vaak boven op het veen een woning. Gezien de zachte ondergrond kon de constructie niet al te zwaar zijn. Er werd daarom vooral gebruik gemaakt van houten planken en plaggen. Deze woningen hadden dan ook vaak het karakter van een plaggenhut. Indien de vervening in een gebied afgelopen was werd de hut afgebroken en verderop weer opgebouwd.